Het artikel van Sumithran et al. 2011 is een ware klassieker binnen obesitas onderzoek. Hoewel al 10 jaar geleden verschenen in het New England Journal of Medicine blíjven (inter)nationale obesitas experts dit artikel continu aanhalen in hun uitleg waarom het behoud van gewichtsverlies zo’n uitdaging is. De Australische onderzoekers toonden namelijk aan dat sommige diëten het honger- en verzadigingsgevoel langdurig ontregelen1.
De eetlust wordt via de hypothalamus gereguleerd door hongerhormonen afkomstig uit de maag (ghreline) en verzadigingshormonen afkomstig uit de darmen (GLP-1, PYY, CCK), het vetweefsel (leptine) en de pancreas (insuline, amyline). Als reactie op gewichtsverlies door een caloriearm dieet treden direct compensatiemechanismen in werking waardoor de eetlust toeneemt: hongerhormonen nemen toe en verzadigingshormonen nemen af. Tot het onderzoek van Sumithran et al. was niet bekend of deze veranderingen van voorbijgaande aard zijn of over langere tijd aanhouden. Dit is echter belangrijke informatie om de hoge mate van gewichtstoename (‘weight regain’) na een dieet-geïnduceerd gewichtsverlies te begrijpen.
Vijftig volwassenen met overgewicht of obesitas (BMI 27-40 kg/m2) zonder diabetes volgden gedurende 8 weken een zeer laagcalorisch dieet van 500-550 kcal per dag. Deelnemers die tenminste 10% van hun lichaamsgewicht hadden verloren gingen in week 9 en 10 geleidelijk weer terug naar een normaal voedingspatroon, gericht op behoud van hun nieuwe lichaamsgewicht. Gedurende het jaar na de dieetinterventie ontvingen de deelnemers persoonlijke dieetadviezen en werd hen tenminste 30 minuten matig-intensieve lichaamsbeweging per dag geadviseerd. De onderzoekers vergeleken de concentraties honger- en verzadigingshormonen en subjectieve scores voor honger en verlangen om te eten direct na (week 10) en een jaar na de dieetinterventie (week 62) met baseline (week 0).
Na de dieetinterventie waren de deelnemers gemiddeld 13,5 kg afgevallen ten opzichte van hun gemiddeld startgewicht van 95,4 kg (p<0,001). Een jaar na de dieetinterventie was men echter weer significant gemiddeld 5,5 kg aangekomen (p<0,001).
Op week 10 waren als reactie op het gewichtsverlies de concentraties verzadigingshormonen (leptine, GLP-1, PYY, CCK, insuline en amyline) significant afgenomen en de concentratie hongerhormonen (ghreline) significant toegenomen (p<0,01 voor allen). Ook lagen de gemiddelde scores voor honger en verlangen om te eten significant hoger op week 10 ten opzichte van baseline (p<0,001 voor beide). De verstoring van hormonen en eetlust bleef een jaar nadat men was gestopt met de dieetinterventie nog significant aanwezig.
Het onderzoek van Sumithran et al. verklaart waarschijnlijk voor een groot deel waarom mensen na een dieetinterventie vaak weer aankomen tot hun oude gewicht.
Referentie
- Sumithran P, Prendergast LA, Delbridge E, et al. Long-term persistence of hormonal adaptations to weight loss. N Engl J Med. 2011;365(17):1597-604.
Dit artikel is samengesteld door Novo Nordisk.