Deze website is uitsluitend bedoeld voor zorgprofessionals.

Is bariatrische chirurgie minder succesvol bij patiënten die al langdurig obees zijn?

Is bariatrische chirurgie minder succesvol bij patiënten die al langdurig obees zijn?

Bariatrische chirurgie is op dit moment de meest effectieve behandeling om langdurig gewichtsverlies te bewerkstelligen bij patiënten met ernstige obesitas en heeft daarnaast gunstige effecten op obesitas gerelateerde co-morbiditeit, zoals type 2 diabetes en hart- en vaatziekten. Bij patiënten met type 2 diabetes die bariatrische chirurgie hebben ondergaan is aangetoond dat de metabool gunstige effecten van de operatie groter zijn bij patiënten met een relatief korte diabetesduur ten tijde van hun operatie dan bij patiënten met een langere ziekteduur.

Het was tot op heden onduidelijk of de effectiviteit van bariatrische chirurgie ook verschilt tussen personen die al langdurig obees zijn ten tijde van de operatie en personen die slechts enkele jaren obees zijn. Felipe Kristensson, een onderzoeker uit Zweden, hypothetiseerde dat dit mogelijk wel het geval was. Patiënten die sinds hun jeugd obesitas hebben zijn immers niet alleen langdurig blootgesteld aan obesitas-geassocieerde risicofactoren, maar hebben ook vaker een genetische aanleg voor obesitas. Dit zou kunnen leiden tot een minder groot, of een minder duurzaam effect van bariatrische chirurgie. Kristensson onderzocht om deze reden of de effectiviteit van bariatrische chirurgie, op het gebied van zowel gewichtsverlies als preventie van obesitas gerelateerde co-morbiditeit, minder groot was bij patiënten die vanaf hun jeugd obees waren, ten opzichte van mensen die op latere leeftijd obesitas ontwikkelden. Hij rapporteerde de bevindingen in Diabetes Care.

Uitvoering

In een prospectieve studie (de Swedisch Obese Subjects Study) werden de gegevens geanalyseerd van 2007 patiënten die tussen 1987 en 2001  bariatrische chirurgie ondergingen en 2040 patiënten die standaard zorg (dus geen operatie) kregen. Omdat geen randomisatie plaatsvond, was de reden van de keuze voor standaard zorg versus een operatief beleid niet duidelijk . De leeftijd ten tijde van de operatie was 37-60 jaar.  Aan hen werd gevraagd hoeveel kilogram zij wogen op 20-jarige leeftijd. Er werd een verdeling gemaakt in drie groepen: 1. Een normaal gewicht op 20-jarige leeftijd (BMI < 25 kg/m2), 2. Overgewicht op 20 jarige leeftijd (BMI 25-29.9 kg/m2), en 3. Obesitas op 20-jarige leeftijd  (BMI > 30 mg/kg). Er werd gekeken naar het gewicht, leefstijlfactoren en de aanwezigheid van type 2 diabetes na 10 jaar. Tevens werden met behulp van medische databases gegevens verzameld over de incidentie van hart- en vaatziekten tot maximaal 25 jaar na de operatie.

Belangrijkste resultaten

Zoals verwacht was het gewichtsverlies bij patiënten die bariatrische chirurgie ondergingen veel groter dan in de groep die standaard zorg ontving. Er was een klein, maar statistisch significant (p=0.03) verschil in het gemiddelde relatieve gewichtsverlies na bariatrische chirurgie tussen de drie  BMI subgroepen, met het grootste gewichtsverlies in de groep met obesitas op 20-jarige leeftijd. Bijvoorbeeld, na een jaar was de relatieve gewichtsverandering -24.5% (95% CI -25.3, -23.8), -24.3% (95% CI -25.0, -23.6), en -26.7% (95% CI-27.5, -25.8) voor patiënten met respectievelijk een normaal gewicht, overgewicht en obesitas op 20-jarige leeftijd. Dit kleine verschil tussen de BMI groepen persisteerde over de tijd.

De patiënten die geopereerd werden hadden zoals verwacht vaker diabetes remissie, een lagere diabetes incidentie en minder vaak hart- en vaatziekten in vergelijking met de niet geopereerde patiënten die standaard zorg ontvingen. Bij de geopereerde patiënten werd 10 jaar na bariatrische chirurgie geen verschil gevonden tussen de drie BMI subgroepen in diabetes remissie, diabetes incidentie, en hart- en vaatziekten.  

Conclusie

Dit onderzoek laat zien dat de effectiviteit van bariatrische chirurgie op het gebied van zowel gewichtsverlies als preventie van obesitas gerelateerde co-morbiditeit, niet minder groot is bij patiënten die vanaf jonge leeftijd en langdurig obees zijn dan bij patiënten die op latere leeftijd obesitas ontwikkelen.

Relevantie voor de dagelijkse praktijk

Bij veel ziekten geldt dat een vroegtijdige behandeling voordelig is, maar bij patiënten die al vanaf jonge leeftijd obees zijn duurt het vaak nog jarenlang voordat bariatrische chirurgie overwogen wordt. De speculatie dat bariatrische chirurgie bij deze personen minder effectief zou zijn vanwege hun langere blootstelling aan de nadelige gezondheidseffecten van obesitas, blijkt onjuist. Het is belangrijk dat deze informatie bij deze patiëntengroep en hun behandelaars bekend is.

Referentie

Kristensson FM et al. Effects of Bariatric Surgery in Early- and Adult-Onset Obesity in the Prospective Controlled Swedish Obese Subjects Study. Diabetes Care 2020;43:860–866

Deel dit bericht:

Zoeken